Afgelopen vrijdag mocht het doordeweekse eerste team van SGA naar het sterke ZSG in Zwolle proberen de titelkansen in leven te houden. Met last-minute invaller Peter voor de geblesseerde Joeri waren we op volle oorlogssterkte. Rond tien uur meldde diezelfde Peter zich met een Draak van een halfje als eerste op het scoreformulier. Toen ik gezellig keuvelend met hem door de zaal liep, uitte ik het vermoeden dat we op een 4-4 afkoersten en dat de partij van Gunie de doorslag zou gaan geven. Profetische woorden voorwaar!
Vanaf dat moment liepen de zaken langzaam bergafwaarts: Arjan’s koningsvleugel werd hard gekraakt door een sterke tegenstander, Henrik werd redelijk geruisloos weggeschoven en ikzelf werd in een door mij toch veel gespeelde opening op waarde geklopt. We bungelden op het randje van een nederlaag. Ook de stelling van Tim gaf inmiddels geen reden meer tot veel optimisme dus de punten moesten op de onderste borden worden binnengehaald.
En dat lukte! Rogier wist een goeie stelling naar een moeilijk te winnen eindspel te loodsen om deze in gierende tijdnood alsnog (op de vlag maar zeker ook op stelling) te winnen. Omdat Bram daarvoor zijn overwegende stelling met een tactische grap al had beslist, waren we terug in de wedstrijd. Toen bij Tim de handen werden geschud, dacht ik dat het doek gevallen was. Echter, met een toren meer dacht de tegenstander niet meer te hebben dan remise en nam het aanbod van Tim aan. Of het werkelijk eeuwig schaak was, viel echter nog te bezien. Het stond 4-3 en het kwam inderdaad op Gunie aan. Iedereen verzamelde zich toen rond bord 8. En ook hier liepen de klokken hard richting nul. Op increment wisselden de kansen met enige regelmaat.
En toen kwam het: Gunie speelde toren en paard listig om de witte koning heen en plofte zijn toren op h1: Mat! Sprak hij met enige stemverheffing. Zonder blikken of blozen pareerde de tegenstander dit door zijn koning op g4 neer te zetten, onderwijl de legendarische woorden uitend: “Bij lange na niet!” Een rood hoofd bij Gunie, een stelling die ineens bijna verloren leek en nog minder op de klok.
We waren gedoemd…
Maar blijkbaar onderschatten we deze avond onze man. Hij kromde zijn rug, liet het bloed uit de wangen terugvloeien en vocht met paard en pion tegen vier pionnen alsnog naar een vol punt. En dus een heel waardevol gelijkspel. We doen dus nog mee. Hopelijk kunnen we koploper En Passant op 11 mei (op wie we virtueel een punt achterstaan) nog de stuipen op het lijf jagen. Aan Gunie zal het zeker niet liggen!!